Al is in Kaatsheuvel dan wel veel monumentaals verdwenen, toch zijn er vaak nog kleine elementen over die herinneren aan de rijke historie van ons kerkdorp. Kleine monumentale elementen waar je misschien dagelijks wel aan voorbij loopt of fietst en in al die jaren nog nooit hebt opgemerkt, maar wel een stukje van de Kaatsheuvelse historie vertellen. De komende weken zullen we in De Duinkoerier aandacht besteden aan deze kleine historische elementen. Vandaag is dat Mariaverering.

We staan aan de vooravond van de meimaand, traditiegetrouw in het Katholieke zuiden de Mariamaand. Een maand waarin de Mariaverering plaatsvindt die bij een groot aantal mensen nog gepaard gaat met een bedevaart naar Elshout of ’s-Hertogenbosch. De bedevaart is vooral tijdens de negentiende eeuw tot bloei gekomen. De eerste documentatie omtrent een bedevaart naar Elshout dateert echter al uit 1495. Op 2 maart van dat jaar liet Reinaer Reinierszoon te Vlijmen twee koeien aan zijn vrouw na waarvoor zij onder andere op bedevaart moest naar O.L. Vrouw van Elshout. Volgens de legende zou de bedevaart zijn ontstaan nadat Maria op de Gaarsweide was verschenen aan een dorstige boer en hem drinkwater had aangeboden. Niet lang daarna verrees een Mariakapel aan de Gaarsweide met daarin een Mariabeeldje, dat uit de wijde omgeving mensen trok. Elshout werd daarmee een in belangrijkheid toenemende pelgrimsplaats.

In het Registrium Memoriale Parochiae waarin de belangrijkste zaken rondom de Elshoutse parochie staan genoteerd treffen we een aantal opmerkelijke zaken uit onze gemeente aan. Zo wordt door de Elshoutse pastoor Quirinus van den Bogaert bericht dat in het jaar 1876 een ’vrouwspersoon op de Kaatsheuvel in de plaats Loonshoekje ten volle bediend zijnde in uiterste gevaar van door bloedspuwing te sterven’, door een bedevaart van twaalf man op aanraden van een Kaatsheuvelse kapelaan gedaan, geheel genezen is ’na het bezoek van onze L.V. (noot: Lieve Vrouwe) alhier’.

Niet iedereen ging vroeger echter te voet op bedevaart naar Elshout. De Nieuwe Tilburgsche Courant van 12 mei 1931 bericht dat de mannen van de Heilige Familie uit Kaatsheuvel namelijk met de tram naar Elshout gingen. Vaak werden de pelgrimgangers begeleid door de plaatselijke harmonie tot aan de gemeentegrens of zelfs tot aan Elshout. Dit werd ook wel dauwtrappen genoemd, wat traditiegetrouw vaak op Hemelvaartsdag gebeurde.

De Mariaverering zagen we in Kaatsheuvel terug in de naamgeving van bepaalde openbare gebouwen. Zo heette de voormalige meisjesschool die bij het klooster van de zusters Franciscanessen in Gasthuisstraat was gevestigd, Mariaschool, maar ook de naamgeving van basisschool De Vaert in de Van Heeswijkstraat was voorheen Mariaschool.

Ook bij huizen zijn vormen van Mariaverering te herkennen. In deze rubriek wees ik al eerder (op 8 juli 2020) op terracotta beschermtegels van Maria van Altijddurende Bijstand die op vele plaatsen naast de voordeur zijn terug te vinden. Maar ook op het adres Heikant 26 is rechts naast de voordeur een mooie afbeelding in de vorm van kleine tegeltjes van Maria met het kindje Jezus te bewonderen. En ook op de adressen Heuvelstraat 20 en Gasthuisstraat 32 treffen we fraaie exemplaren van Mariaverering naast de voordeur aan. Daarnaast gaan tot op de dag van vandaag nog steeds vele pelgrims in de meimaand te voet naar Elshout of ’s-Hertogenbosch toe om de Wonderbare Moeder aldaar te eren.

Hopelijk dat u voortaan op uw wandeling of fietstocht aandacht besteed aan de kleine historische elementen die het verhaal van ons kerkdorp Kaatsheuvel en zijn omgeving levendig houden. Ze zijn in ieder geval de moeite waard om te bewaren. Iets waar heemkundekring De Ketsheuvel zich voor inzet. Word ook lid en meldt u aan via www.deketsheuvel.nl.

Kees Grootswagers, lid heemkundekring De Ketsheuvel