Al is in Kaatsheuvel dan wel veel monumentaals verdwenen, toch zijn er vaak nog kleine elementen over die herinneren aan de rijke historie van ons kerkdorp. Kleine monumentale elementen waar je misschien dagelijks wel aan voorbij loopt of fietst en in al die jaren nog nooit hebt opgemerkt, maar wel een stukje van de Kaatsheuvelse historie vertellen. De komende weken zullen we in De Duinkoerier aandacht besteden aan deze kleine historische elementen. Vandaag is dat de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch.

Vorige week stond ik in deze rubriek stil bij de Mariaverering. Naast de Wonderbare Moeder in de Elshout, waar velen in de meimaand op bedevaart naar toegaan, stond ik toen ook al kort stil bij de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch. Ook velen uit Kaatsheuvel gaan daar in de meimaand naar toe, al dan niet te voet, op bedevaart. Bij velen heeft dit genadebeeld van de Heilige Maagd Maria een speciaal plaatsje in het hart. Het beeld wordt overigens al sinds 1380 vereerd in de Sint-Janskathedraal te ‘s-Hertogenbosch. Ook in het straatbeeld van Kaatsheuvel komen we het beeld van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch tegen. Zo is er een exemplaar van het beeld geplaatst in een nis rechts naast de voordeur bij het pand Rechtvaart 1a en treffen we een ingemetseld exemplaar aan links naast de voordeur bij de Hogevaert 3.

Het beeld van onze Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch kent een opmerkelijke historie. De legende gaat dat het verwaarloosde Mariabeeld in januari 1380 tijdens de bouw van de St. Janskathedraal door een jonge steenhouwer tussen een bundel planken was gevonden toen hij op zoek was naar brandhout. Toen hij het oude Mariabeeld in tweeën wilde hakken werd hij tegengehouden door de bouwmeester, die aangaf dat je Mariabeelden niet moest vernielen. Daarop werd het beeld op Witte Donderdag naar het rustaltaar voor het Lichaam van Christus gebracht. De mannen die daar aan het werk waren, wilden dat echter niet hebben, omdat het beeld ’lelijck, audt en onghedaen’ (onooglijk) was. Toen het altaar de volgende dag werd opgeruimd bleef alleen het oude beeld achter. Een monnik, broeder Wout, zou het beeld toen naar het altaar van Sint-Michiel in een van de straalkapellen achter het hoogkoor hebben gebracht alwaar het wonderen begon te verrichten. Mensen die opmerkingen maakten over de lelijkheid van het beeld, werden ’s nachts bestraffend toegesproken door Maria of werden onwel. Het begon vervolgens de Bosschenaren op te vallen dat er iets bijzonders met het beeld aan de hand was. Een aantal mensen legden geld bij elkaar om het beeld te laten opknappen. Er begonnen toen meer positieve wonderlijke zaken te gebeuren. De faam van het betreffende Mariabeeld verspreidde zich al snel. Binnen enkele jaren groeide ’s-Hertogenbosch uit tot de belangrijkste bedevaartplaats van de Nederlanden. Honderden pelgrims kwamen vertellen over de wonderen die zij hadden meegemaakt door tussenkomst van de Zoete Lieve Vrouw. In het mirakelboek zijn wel zo’n 500 wonderen opgetekend.

Toen ’s-Hertogenbosch op 22 augustus 1566 door de beeldenstorm werd getroffen werd het beeld in veiligheid gebracht op het stadhuis om vervolgens naar Antwerpen en daarna naar Brussel te worden gebracht. Het kostte ’s-Hertogenbosch veel moeite om het beeld terug te krijgen naar de stad. Door bemiddeling van monseigneur Zwijsen lukte het uiteindelijk om in 1853 het beeld terug naar de Sint Janskathedraal te brengen, waar het nu nog steeds in de Mariakapel, die zich links van de ingang van de kerk bevindt, is te bewonderen en te aanbidden.

Hopelijk dat u voortaan op uw wandeling of fietstocht aandacht besteed aan de kleine historische elementen die het verhaal van ons kerkdorp Kaatsheuvel en zijn omgeving levendig houden. Ze zijn in ieder geval de moeite waard om te bewaren. Iets waar heemkundekring De Ketsheuvel zich voor inzet. Word ook lid en meldt u aan via www.deketsheuvel.nl.

Kees Grootswagers, lid heemkundekring De Ketsheuvel