”Ik ben een oorlogskind”, zei Paul van Vliet op Dodenherdenking vorig jaar tijdens ‘Vuur van de Vrijheid’, een programma gemaakt door de NOS en Theater na de Dam. Ik zou het gemist hebben als ik niet van mijn jongste zus gehoord had dat zij Paul met drie andere strijkers van het voormalig Gelders Orkest, nu Phion, zou begeleiden bij een lied. Dit jaar is het nog stiller op 4 mei. Paul van Vliet is overleden. Net als die andere taalgigant, Huub Oosterhuis. Het wordt tijd dat hun visioenen van vrede werkelijkheid worden.

”Door die oorlog ben ik een optimist geworden”, vervolgde Paul. ”Dat is misschien gek, maar het werd altijd beter. Na de oorlog kwam de vrede. Na de vrede de wederopbouw. En na de wederopbouw de welvaart. Het werd altijd beter. Maar toch kwam na die vrede weer een oorlog. En na die oorlog kwam weer een vrede. En na die vrede weer een oorlog. Het zou heel goed zijn als na de vrede, de vrede voortaan bleef. En als wij niet meer geloven dat het kan, wie dan wel? Als wij er niet voor zorgen dat de toekomst is geborgen voor de kinderen van morgen; wie dan wel?”

Paul van Vliet maakte deel uit van de generatie die de Tweede Wereldoorlog had meegemaakt en werkte aan de wederopbouw onder het motto: Dit nóóit meer! De eerste barsten in die hoop werden geslagen door de oorlog op de Balkan aan het eind van de vorige eeuw. Ik realiseer me dat ik een kind ben van die wederopbouwgeneratie. En dat ik dat ook meevoelde: die hoop, na alle projecten over de oorlog op school. Maar ook die schok bij het zien van zoveel geweld in Europa in voormalig Joegoslavië.

Nu is het weer zover. Zo mogelijk erger. Zo mogelijk nog meer een déjà vu met de Tweede Wereldoorlog. Dit zou toch nooit meer gebeuren? We weten nu toch beter? Ik heb in de afgelopen maanden wel eens het lied van Huub Oosterhuis erbij gepakt: ‘Het lied tegen de Derde Wereldoorlog’. Ook hij is overleden kort geleden, op Paasmorgen. Het wordt benauwd stil op 4 mei.

Huub, dichter en voormalig priester, ook bekend als de vader van Trijntje en Tjeerd, dichtte zijn lange leven vanuit het Bijbelse visioen van vrijheid en vrede. Zijn vele liederen gaven woorden aan ons geweten en aan ons verlangen: dat het goed komt. Dat kan alleen maar als wij niet vergeten wat zij, Paul en Huub, met vele anderen hebben gezien in de Tweede Wereldoorlog, en wat wij nu zien gebeuren in Oekraïne, net als op zoveel andere plaatsen: Syrië, Soedan, Myanmar en noem maar op. Het is teveel voor het journaal om allemaal te verslaan en teveel voor ons hoofd om op te slaan en voor ons hart om te verwerken. Maar het is er.

En als ik dan die spanning voel van de nieuwe oorlog in Europa lees ik woorden van Huub: ‘Dat wij toch niet vergeten waartoe wij zijn gemaakt, dat diep in ons geweten opnieuw het licht ontwaakt, dat in ons wordt herschapen de geest die overleeft, dat onze lieve aarde nog kans op redding heeft.’

Het Theater na de Dam vond vorig jaar plaats in Wageningen, bij Hotel De Wereld waar de vrede is getekend op 5 mei 1945. Daar zetten de muzikanten nu het lied van Paul in dat hij voordroeg. Zijn eigen verhaal. Dat ook bij hem in het klein begon, met een herinnering aan één enkele mens. Zoals ook vrede begint met één enkele mens die opstaat. ‘Ik denk nog vaak aan Japie Groen, mijn Joodse klasgenoot van toen, die nauwelijks mocht leven; die mij voor hij werd opgepakt en in die wagen werd gesmakt, zijn speelgoed heeft gegeven. Die eeuw is nu geschiedenis, en het is goed dat dat zo is. Die wordt netjes opgeborgen. Maar van die hele eeuw van toen blijft toch dat beeld van Japie Groen, die éne van die zes miljoenen. En dat neem ik mee naar morgen.’

Dominee Otto Grevink is predikant voor Kaatsheuvel en de Efteling, Sprang-Capelle en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.