Al vanaf mijn zevende ben ik fan van Doe Maar. Toen, begin jaren tachtig, was ik fan omdat iedereen fan was. Nu, heel wat jaren levenservaring rijker, groeit de liefde voor de muziek van Doe Maar met het jaar. De band, inmiddels ter ziele door het overlijden van muzikale held Henny Vrienten nu een jaar geleden, blikt met een jubileumuitgave van het album 4US terug op het meesterwerk uit haar oeuvre.
Hoe vaak ik 4US als originele uitgave en heruitgave op LP, cassette en CD heb? Ik heb werkelijk geen idee, maar je kunt er een aardige kast mee vullen. Het blijft twijfelachtig als de platenmaatschappij om de paar jaar besluit om weer een heruitgave uit te brengen. Maar ja: je bent verzamelaar of niet, dus zet ik geld opzij om de CD’s en het zwarte, oranje en turquoise vinyl aan te schaffen…
Aanvankelijk was ik dan ook niet blij toen ik hoorde dat 4US wederom op CD uitgebracht zou worden. Alweer een uitgave… Aanleiding is het 40-jarige bestaan van de plaat. Maar… met wat bonusnummers er op en mooi artwork is het echter een mooie aanvulling op de collectie. En, veel belangrijker nog, het album is weer helemaal onder mijn aandacht. En man, man, man: wat een topplaat blijft het.
Wanhoop
Terug naar het begin van de jaren tachtig. Doe Maar is op het hoogtepunt van haar roem na het uitbrengen van de platen ‘Skunk’ en ‘Doris Day en andere stukken’. Frontmannen Ernst Jansz en Henny Vrienten zijn ongewild gebombardeerd tot sekssymbolen van een jong publiek. Heel jong zelfs. Het levert pijnlijke situaties op als de dertigers na optredens via achterdeurtjes en steegjes de jonge fans moeten proberen te ontlopen. Als je beelden terug ziet uit die tijd dan straalt de wanhoop en het ongeluk van de gezichten; maar zelden zie je op de foto’s van toen de bandleden lachen.
Die gekte deed de band besluiten zich even terug te trekken uit de publiciteit. Natuurlijk vond iedereen daar wat van en de roddelbladen gingen helemaal los. Doe Maar zou in de gevangenis zitten, Henny Vrienten zou meerdere vriendinnen hebben, de bandleden zouden ruzie met elkaar hebben. Alle cowboy-verhalen kwamen langs en wekelijks deden de Story, Privé maar ook Hitkrant en Popfoto zich tegoed aan een pure vorm van roddeljournalistiek.
Missie
De bandleden van Doe Maar reageerden nergens op en namen de tijd om te werken aan het vierde officiële studioalbum (Doe de dub niet meegeteld). Met die plaat had de band zichzelf een missie opgelegd: laten horen waar de band echt voor staat in de hoop een wat ouder publiek aan te spreken. Een hopeloze missie, zo bleek snel toen 4US in de voorverkoop al dubbel platina werd. De jonge tieners kochten de plaat en deinsden niet terug voor teksten als ‘Heroïne godverdomme’ en ‘Je loopt je lul achterna’. Sterker nog: Vrienten en co zagen hoe de 12- en 13-jarigen de teksten tijdens concerten uit volle borst en met bezwete voorhoofden meezongen. Kansloos…
Ook ik vond de plaat als 9-jarige op voorhand goed. Ook ik (lees: mijn ouders) kocht de plaat en ja, ook ik zong keihard mee. “Auw, ik heb de bons gekregen en ze keek me ijskoud aan. Nee, ze kon er niet meer tegen en weet je wat ze zei: ”Je loopt je lul achterna, je loopt je lul achterna…” Wat zullen mijn ouders daar eigenlijk in die tijd van gedacht hebben? Ik moet het ze nog eens vragen.
Terugkijkend op het korte, maar hevige bestaan van Doe Maar kan ik nu, vele jaren en veel wijsheid later, alleen maar respect hebben voor wat de bandleden toen voor elkaar hebben gebokst. 4US laat het geluid horen van een band die er op dat moment eigenlijk al helemaal klaar mee was. De nummers gaan over angst, onzekerheid en vooral diep ongeluk en dat tegen een donkere achtergrond van reggae met de zware bas van Henny Vrienten als stemmingmaker. Nee hoor: ik ben nooit depri geraakt van het luisteren naar deze plaat, maar ik heb wel met de bandleden te doen als ik de nummers hoor. Ze snakten naar rust en begrip terwijl ze met de nummers fel van zich afbeten. Wat moeten ze zich belabberd gevoeld hebben toen ze de tienermeisjes uit volle borst zagen meezingen met hun kreet van wanhoop.
Bang
“Massa’s mensen om me heen, toch voel ik me stik alleen en zo bang. Als ik in de spiegel kijk en alweer wat ouder lijk ben ik bang. Bang voor wat moet komen en in m’n diepste dromen ren ik voor me leven, maar ik kom niet verder: ik ben bang. Bang voor jou en bang voor mij, bang voor dood en bang voor pijn. Moeder laat het lampje aan, het is donker hier.”
In de donkere jaren tachtig met veel werkeloosheid, discriminatie, continue dreiging van de kernbom en vooral veel ontevredenheid onder de bevolking kan ik, terugkijkend, niet anders stellen dan dat 4US de beste soundtrack is die daarbij past. Met nummers als ‘Doe maar net alsof’ en ‘Zoek en zelf maar uit’ geeft Doe Maar de onvrede uit die periode een gezicht.
“Je ging nog wel stemmen want je wou je niet laten kisten. Je zou toch niet willen dat ze iets zonder jou beslisten. Maar blijf je ook wakker om dat gajes te controleren? Ze naaien je beste maatje voordat je je kont kunt keren. Doe maar net alsof je neus bloedt.”
Ondanks dat het foeilelijke neon groen, roze, geel en blauw de vullingen uit je gebit laat knallen, is 4US van Doe Maar me veel waard. Iedere keer als ik het intro hoor van ‘Doe maar net alsof’ krijg ik weer dat vreemde gevoel in mijn buik. Dan zie ik weer de beelden van het journaal waarop een lange rij met ‘inpakkers’ de platen van 4US in de hoezen aan het stoppen is, letterlijk aan de lopende band. Dan zie ik weer die punkvrouw op de platenhoes die later ook op de single ‘Pa’ zou prijken. Dan ben ik weer even dat 9-jarig jongetje dat werkelijk alles van Doe Maar verzamelde. Tja, dan ben ik gewoon weer even 40 jaar terug in de tijd toen de wereld nog aan mijn voeten lag. Nu, een jaar na de dood van Henny Vrienten weet ik beter: ‘Alles gaat voorbij’.
“Al ben je vol goeie moed, denkt dat je weet hoe het moet. Je knippert met je ogen en alles is vervlogen: dromen zijn bedrog. Alles gaat voorbij, alles gaat voorbij. Elke droom vervaagt als je je ogen opendoet: je raakt het kwijt.”
Marcel Donks, muziekliefhebber uit Waspik