Aangenaam. Mijn naam is Margje Oerlemans-Laros. Onder leerlingen beter bekend als juf Margje, juffrouw, juf, JUUHUUUUFFFF of soms zelfs mama of opa. Inderdaad, ik ben leerkracht. Trotse leerkracht van groep 4 bij OBS Den Bussel. Graag neem ik jullie mee in mijn leven als leerkracht.

Een jaarlijks terugkerend hoogtepunt (wat mij betreft) is de sponsorloop. De hele school zamelt geld in voor een goed doel en de leerlingen (en sommige juffen ook) rennen zoveel mogelijk rondjes binnen een parcours.

Langzaamaan stroomt het geld binnen. Sommige leerlingen doen echt hun best om zoveel mogelijk geld in te zamelen en gaan hun familie langs. Ik zie al helemaal voor me dat sommige opa’s en oma’s vier kleinkinderen bij ons op school hebben, en dus vier keer verplicht moeten sponsoren. Andere kinderen vinden het wel best als ze een paar euro van hun ouders hebben gekregen.

Mijn klas heeft dit jaar ruim €250 opgehaald. Wat een top bedrag! Daar gaan we veel rondjes voor rennen. Een paar dagen van tevoren hoor ik op het weerbericht dat het 30 graden zal worden tijdens de sponsorloop. Pfffff... Dat wordt goed opletten. Ik instrueer de leerlingen dat ze moeten zorgen voor luchtige, sportieve kleding, een pet, een flesje drinken en dat ze zich goed moeten insmeren.

Het is zo ver. We verzamelen in de klas en de leerlingen zijn er klaar voor. De ene is nog sportiever gekleed dan de ander. Ik zie sportleggings, zonnekleppen, professionele hardloopwaterflesjes, noem het maar op. Check. Ik kijk de klas rond en probeer alles en iedereen in me op te nemen. De geur van zonnebrandcrème dringt mijn neus binnen. Check. Enthousiaste, licht gespannen koppies staren me aan. We zijn er klaar voor.

3... 2... 1... START! Daar gaan we! Mijn leerlingen gaan als een speer van start. Het is inderdaad warm, maar we rennen in de schaduw. Dat scheelt een hoop. Langs de kant staan een heleboel papa’s, mama’s, opa’s, oma’s, broertjes, zusjes, ooms, tantes (en noem het maar op) te juichen en aan te moedigen. Het valt me op dat de leerlingen harder gaan lopen als ze in het zicht van hun dierbaren zijn.

Uiteraard loop ik ook mee. Met lichte tegenzin (door de warmte) begin ik aan mijn eerste rondje. Dit valt niet tegen. Onderweg kom ik een aantal leerlingen tegen. Sommigen halen me in. Die gaan veel rondjes rennen, bedenk ik me. Anderen beginnen na een half rondje al te wandelen. Ook prima.

Onderweg probeer ik de leerlingen zoveel mogelijk te motiveren om door te rennen. “Jullie laten je toch zeker niet inhalen door die oude juf!”, roep ik naar een paar leerlingen. Een andere leerling neem ik bij de hand en door stiekem in tempo te versnellen, krijg ik haar ook mee. Ondertussen nog een leerling opgeraapt die was gevallen. Weer een ander even aan de kant gezet omdat er niemand langs kon. Kortom: drukte alom.

3... 2... 1... STOP! Het zit erop voor mijn groep. Wat een kanjers! Kapot van het rennen, bedolven onder het zweet, blaren op hun voeten, staan ze uit te hijgen. Ik kijk ernaar met een trots gevoel. Mijn leerlingen, mijn klas. En ik mag hun juf zijn. Hun trotse juf.