Wereldjongerendagen

Zondag 6 augustus kon u op de televisie de grootse Eucharistieviering zien in Lissabon als afsluiting van de Wereldjongerendagen. Paus Franciscus, vierde met bisschoppen, priesters, diakens en 1.5 miljoen jongeren Eucharistie. Jongeren vanuit alle wereldcontinenten mochten hun geloof met elkaar delen. Deze viering was het hoogtepunt van alles wat zich tijdens deze dagen heeft afgespeeld. Een internationale programma met indrukwekkende events, intieme en ontroerende momenten van geloof en ontmoeting en zang. Paus Franciscus gaf aan dat onze wereld behoefte heeft aan jongeren die echt willen “strijden voor gerechtigheid en vrede”. “Wees niet bang”, want het is Jezus zelf die naar jullie kijkt, ziet wat er in jullie harten leeft en van je houdt. Gedurende het hele programma van de Wereldjongerendagen hebben de jongeren mochten de jongeren ervaren dat ze deel uitmaken van de grote, wereldwijde gemeenschap van de jonge Katholieke Kerk, verzameld rond paus Franciscus. Via Fatima, waar Maria nog een bijzondere groet wordt gebracht, reizen de jongeren weer naar huis. Ongetwijfeld met een rugzak vol kostbare bagage, om nooit te vergeten en om in te zetten voor een vruchtbaar geloofsgetuigenis.

Boodschap paus Werelddag van Migrant en Vluchteling: Vrij om te kiezen voor migreren of blijven

Zondag 24 september viert de Rooms-Katholieke Kerk voor de 109e keer de Werelddag van de Migrant en de Vluchteling. Paus Franciscus legt het accent op vrijheid. In bijzonder de keuzevrijheid om het eigen land te moeten kunnen verlaten. Het thema van zijn boodschap is dan ook ‘Vrij om te kiezen voor migreren of blijven’.

De paus noemt de migratiestromen in onze tijd ‘een uitdrukking van een complex en veelzijdig verschijnsel. Om dit te begrijpen is een aandachtige analyse noodzakelijk van alle aspecten die de verschillende fases van de migratie-ervaring kenmerken, vanaf het begin tot de aankomst, met inbegrip van een eventuele terugkeer.‘

Met het oog op het naderende jubeljaar in 2025 verwijst de paus naar het jubeljaar zoals dat gevierd werd door het volk Israël: “In het jubeljaar zal iedereen in zijn vroeger bezit worden hersteld” (Lev. 25, 13). De viering van het jubeljaar voor het volk Israël was een collectieve daad van gerechtigheid: allen “konden terugkeren naar de oorspronkelijke situatie met nietigverklaring van iedere schuld, het teruggeven van land en de mogelijkheid om opnieuw de vrijheid te genieten die eigen is aan Gods volk” (Catechese, 10 februari 2016).’

Recht om niet te emigreren

De paus pleit voor het recht om niet te moeten emigreren: ‘Het betreft hier een recht dat nog niet wettelijk is vastgelegd, maar dat van fundamenteel belang is, en het garanderen hiervan moet verstaan worden als medeverantwoordelijkheid van alle staten ten opzichte van een gemeenschappelijk goed dat nationale grenzen overstijgt. Immers, daar de wereldwijde hulpbronnen niet onbegrensd zijn, hangt de ontwikkeling van de economisch armste landen af van het vermogen tot samen delen dat wij tussen alle landen tot stand kunnen brengen.’

Zolang dat recht niet gerealiseerd is, biedt de gezamenlijk en gedeelde pastorale zorg een garantie voor de gewenste vrijheid in het hele traject van migratie. “Want ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven, Ik had dorst en gij hebt Mij te drinken gegeven, Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed, Ik was ziek en gij hebt Mij bezocht, Ik was in de gevangenis en gij hebt Mij bezocht” (Mat. 25, 35-36). ‘Deze woorden klinken als een voortdurende vermaning om in de migrant niet alleen een broeder of een zuster in moeilijkheden te herkennen, maar Christus zelf, die aan onze deur klopt’, schrijft de paus

Synodale weg

Tot slot verwijst hij naar de synodale weg die de Kerk is ingeslagen. Deze weg ‘brengt ons ertoe in de meest kwetsbare personen – en onder hen zijn veel migranten en vluchtelingen – bijzondere reisgenoten te zien die bemind moeten worden en voor wie gezorgd moet worden als broeders en zusters. Alleen door samen op weg te zijn zullen wij ver kunnen gaan en het gemeenschappelijke doel van onze reis bereiken.’