In de afgelopen Zomerkrant hebben we Vincent gevolgd in zijn pogingen om aan te monsteren aan boord van een zeilboot die hem naar Colombia kan brengen. Hij heeft tijdens een fietstocht van 3000 km, die hij twee jaar geleden maakte van Colombia naar Equador, zijn grote liefde Sofia ontmoet. Met haar wil hij in Colombia een boerderij beginnen. Inmiddels was hij belandt op de Canarische Eilanden. Met een catamaran is hij nu onderweg naar de Cariben. Daarvandaan wil hij het laatste stuk naar Colombia afleggen.

Door Jack IJpelaar

Op de uiterste rots van de wal van Marina Tenerife hebben Vincent en Ludo, de Franse jongens die ook naar de Cariben willen varen, de spiksplinternieuwe catamaran op zich af zien komen en voor anker zien gaan. Als ze zijn bijgekomen van de verrassing over de prachtige boot gaan ze aan boord en maken kennis met de andere bemanningsleden, drie Fransen, een Bask en de kapitein Christoff, die Pulpy genoemd wordt omdat hij ooit door een octopus is gebeten. Ze moeten de catamaran naar de Cariben varen waar hij afgeleverd moet worden bij de nieuwe eigenaar, een charterbedrijf. Direct na vertrek worden de taken verdeeld en daarbij wijst de kapitein Vincent aan als zijn vervanger, mocht hem midden op zee iets overkomen.

Iedere dag begroet door dolfijnen

Pulpy is een beetje een merkwaardige, maar vooral ook aardige man. Hij legt de mannen uit hoe de boot zeilt en hoe ze via de satelliet windvoorspellingen kunnen bekijken. De boot zeilt makkelijk en bij een windsnelheid van 25 km/u haalt hij al een snelheid van 15 km/u. De reis verloopt soepel. Het is rustig aan boord en de sfeer is goed. De mannen houden zich bezig met yoga, sport, koken, lezen, tekenen en muziek maken. Heel af en toe loopt de spanning op zoals bij het kaarten. Elke nacht heeft iemand wacht om te kijken of de boot koers houdt. Zo ook Vincent: “Het is prachtig om de heldere sterremhemel af te speuren ‘s nachts. Tijdens mijn wacht zag ik plotseling een immens, grote, groene vonk aan de hemel. Was het een vallende ster of iets anders? Na de eerste stop in La Gomera zetten we koers naar Mindelo, de hoofdstad van de Kaapverdische eilanden. We werden iedere dag begroet door dolfijnen en als ik op de voorkant van de boot lag en mijn hoofd uitstak was het net alsof ik met ze meezwom.”

Het liep uit op een chaos

Mindelo is een gezellige stad. Er wordt veel muziek gemaakt en gedanst en Vincent denkt nog nooit zoveel goede muzikanten bij elkaar te hebben gezien en gehoord. Hij veronderstelt dat ze zijn geïnspireerd door de bekende, plaatselijke zangeres Césaria Évora van wie vele afbeeldingen de gevels in de stad sieren. “Het was wel storend dat er constant mensen achter ons aanliepen die iets van ons wilden. Steeds maar roepend: ‘Gringo, gringo. Mango, mango’. Het liep uiteindelijk uit op een chaos en we waren blij toen we weer terug op de boot waren.“

Whales, whales!

Na de volgende ochtend inkopen te hebben gedaan, waaronder diesel voor als er te weinig wind is, zeilt de catamaran weg van Kaapverdië. Daarbij hebben de mannen zicht op de bergen van Monte Cara, die op liggende gezichten lijken. “Nadat de boot op koers lag viel iedereen in slaap. Ik lag op de uitkijk en probeerde een Frans boek te lezen toen ik plots opgeschrikt werd door een geweldige ‘splash’. Vanuit het vlakke water verscheen een grote walvisstaart. Ik begon te roepen: ‘Whales, whales!’ En geen minuut later stonden allen met slaperige ogen aan de reling naar de geweldige beesten te kijken. De walvissen verdwenen even snel als ze tevoorschijn gekomen waren.”

De wind laat het plots afweten

De twee weken die volgen zijn heerlijk. Vincent schrijft maar twee dagen in zijn dagboek, omdat het zo rustig is. De sfeer aan boord is nog steeds goed en hij kan goed opschieten met de anderen. Pulpy heeft een beamer met wel duizend films. Soms maakt hij een touw vast aan de boot waaraan de jongens in het water kunnen gaan hangen. “Dat gaf een geweldig gevoel van vrijheid. In je blote kont achter een boot hangen die door de wind en de golven vooruit wordt gestuwd. Ludo vond dat nog niet spannend genoeg en sprong vanaf de voorkant in het water, zwom tussen de catamaran onder water naar achteren om daar het touw te grijpen. Op het moment dat hij het touw greep joelde hij het uit. En wij moesten het natuurlijk ook proberen.” Tot drie dagen voor aankomst gaat het verder voorspoedig. Maar dan laat de wind het plotseling afweten en moeten ze noodgedwongen overschakelen op de dieselmotor. “Pulpy verlegde daarom de koers richting Antigua. Dat was niet zo gunstig voor ons. Om een boot te vinden naar Colombia waren onze kansen in Martinique of Guadeloupe veel beter. Maar de wind dwong ons, zei de kapitein.”

Een knipoog van de douane

Antigua is een prachtig eiland. Met palmbomen en mangroven en rondom turquoiseblauw water. Pulpy wil na twee dagen verder naar een ander eiland, de jongens blijven op Antigua. “Wij hadden hem nog gevraagd of we ons niet moesten inklaren bij de douane. Maar dat hoefde niet zei Pulpy. Dat had hij zelf ook niet gedaan. Tegen zijn advies in gingen we toch naar de douane en dat was maar goed ook. Enkele uren later was Pulpy terug met zijn boot. De douane had hem achterhaald en hij moest zich eerst inklaren. In zijn gebroken Engels mocht hij aan de Frans sprekende douane uitleggen dat hij er niets van snapte. Hij kreeg geen boete, maar moest wel koers zetten naar Gouadeloupe. Dat kwam ons natuurlijk mooi van pas. Pulpy fronste het voorhoofd, de douanier gaf ons een knipoog.”

Groot feest in Gouadeloupe

Gouadeloupe is een relaxed eiland. Een prachtige baai met schildpadden, palmbomen en reusachtige fruitbomen met groene vruchten die naar brood smaken. De jongens verblijven in een huis naast een waterval. Hier moet Vincent op zoek naar een boot die hem naar Curacao moet brengen. Via internet heeft hij contact met de Zweedse schipper Anders, die met zijn boot richting Curacao gaat. Hij wil Ludo en Vincent wel meenemen. “De boot lag in de haven Marin van Martinique. Daar waren ongeveer dezelfde groep bootopstappers die we nog kenden van Las Palmas. Dat was weer groot feest ’s avonds, met veel muziek en jammen. We bleven er nog een week.”

Richting Curacao

Als ze naar Martinique vertrekken blijft Ludo daar achter. Hij gaat niet mee. Vincent weet waarom. Met de Zweedse kapitein vaart hij vervolgens af richting Curacao met de volgende stops onderweg: Barbuda, St. Barts, St. Maarten, Britse Eilanden, Bonaire en Curacao. Vandaar is het nog maar een peulenschil naar Colombia.