‘Eigenlijk vind ik het helemaal niet leuk om op vakantie te gaan’ bekende een moeder toen ik haar ons weekblad aanreikte. Ze stond op de oprit, waar een grote caravan volgepakt stond om de volgende dag mee te nemen op vakantie. Haar jonge kinderen liepen op dat moment elkaar eerder in de weg dan dat ze met elkaar speelden. Het was duidelijk bedtijd. Ik zag haar denken: ‘En dit gaat de komende weken elke dag zo. Zucht.’ ‘Als we straks weer aan het werk zijn, kunnen we bijkomen’, vulde haar man lachend aan. ‘Was het maar zo’n feest’, zag ik aan haar mimiek.

Haar verzuchting was vast niet bedoeld om in een column te komen. En ze zullen het goed hebben gehad. Moeder en vader zullen ook wel hun rustmomentjes hebben gehad. En natuurlijk zullen ze zich gerealiseerd hebben dat ze dankbaar mogen zijn dat ze überhaupt op vakantie konden. Toch zullen veel ouders van jonge kinderen wel herkennen dat de zomervakantie ook best een uitdaging was. Zes weken met de kinderen thuis was schipperen met werk, oppas, momenten met de kinderen en vakantie. En ja, wat konden we veel leuke dingen doen en hoefde de boog even minder gespannen te staan. Maar toch: het ritme was eruit, het was veel improviseren en dat kostte ook bakken met energie. Naast de energie die het natuurlijk ook gaf.

Dat zal voor de een meer hebben gegolden dan de ander. Er zijn jonge gezinnen die fluitend door de schoolvakanties komen. Kinderen die lekker spelen met andere kinderen, opa’s en oma’s die de kinderen meenemen, lekker ‘quality-time’ met elkaar. Heerlijk. Het ene kind en het ene gezin hebben ook meer last van het wegvallen van het vaste ritme dan het andere.

Toch delen we alleen die mooie verhalen op sociale media en bij de koffie-automaat. Het was ‘genieten’, ‘echt er even helemaal uit’ en ‘lekker met elkaar’. Gelukkig maar. Maar het is ook goed om deze week tegen elkaar te zeggen: ‘We hebben het gered!’ Hoewel het ritme weer even wennen is, doet het veel ouders ook weer zichtbaar goed. Het leven wordt weer normaal. De snelheid kun je soms nog niet bijbenen, maar gelukkig, de vakantie zit erop.

Ik denk daarbij ook aan kinderen die blij zullen zijn dat de vakantie voorbij is. Omdat ze niet op vakantie konden en hun vriendjes lang moesten missen, omdat het een voortdurend onrustig heen en weer gependel was tussen gescheiden ouders, of omdat het thuis niet altijd veilig en ontspannen was.

Het is goed om even door te vragen over de vakantie: ‘En hoe was het verder? Kwam het allemaal een beetje uit zoals je het van tevoren bedacht en geregeld had?’ En ook aan kinderen: ‘Fijn dat je weer kunt komen spelen, hoe is het voor jou dat school weer begonnen is?’.

Om vervolgens allemaal aan het einde van de week weer tegen elkaar te verzuchten: ‘Ik ben de vakantie alweer bijna vergeten. Nog zes weken... Dan is het weer vakantie.’

Dominee Otto Grevink is predikant voor Kaatsheuvel en de Efteling, Sprang-Capelle en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.