Al is in Kaatsheuvel dan wel veel monumentaals verdwenen, toch zijn er vaak nog kleine elementen over die herinneren aan de rijke historie van ons kerkdorp. Kleine monumentale elementen waar je misschien dagelijks wel voorbij loopt of fietst en in al die jaren nog nooit hebt opgemerkt, maar wel een stukje van de Kaatsheuvelse historie vertellen. De komende weken zullen we in De Duinkoerier aandacht besteden aan deze kleine historische elementen. Vandaag is dat het Wit-Gele Kruis gebouw.

Nieuwe inwoners van Kaatsheuvel zal dit niets zeggen, maar de oud-inwoners van Kaatsheuvel zullen dat gelijk associëren met de apotheek en huisartsenpraktijk die op de hoek Vossenbergselaan en Raadhuisstraat is gevestigd. Helaas is alleen het kunstwerk dat rondom de voormalige voordeur staat het enige overblijfsel van dit markante gebouw.

Maar eerst een stukje historie over het Wit-Gele Kruis. Vanaf 1900 bestonden er in Nederland al afdelingen van het Groene Kruis, maar toen men in 1909 een afdeling daarvan in Noord-Brabant wilde oprichten kwam daar verzet tegen vanuit de Rooms-Katholieke notabelen. Deze wensten een eigen organisatie. Dit werd het Wit-Gele Kruis dat grotendeels in handen kwam van congregaties. In 1918 werd er in Kaatsheuvel ook een afdeling van het Wit-Gele Kruis opgericht door de besturen van de St. Jansparochie in de Hoofdstraat en de H.H. Martelaren van Gorcum uit de Berndijk. De wijkverpleging van de beide parochies werd opgedragen aan de Zusters van Liefde die in het klooster aan de Erasstraat waren gehuisvest. Hun taak bestond uit het verzorgen en het zetten van spuiten bij tbc-patiënten en andere zieken.

In de jaren dertig van de vorige eeuw werd er ook een consultatiebureau geopend, zodat ook de kraamzorg en de zorg erna bij de zusters kwam te liggen. Zo werden er ook zogenaamde ’Moedercursussen’ door het Wit-Gele Kruis georganiseerd, om aanstaande moeders voor te bereiden op het moederschap. Toen begin januari 1949 het bericht kwam dat zuster Aniceta, die jarenlang aan het hoofd van de plaatselijke afdeling had gestaan, terug werd geroepen naar het moederhuis kwam er een wisseling in het bestuur. Het werd voortaan overgenomen door leken en ook het vertrouwde onderkomen in het klooster aan de Erasstraat moest worden verlaten. Het Wit-Gele Kruis vond toen zijn onderkomen voor het magazijn en het ophalen van artikelen bij drogisterij ’De Gouden Vijzel’ van W. Musters aan de Hoofdstraat. Het consultatiebureau daarentegen hield voortaan zitting in de patronaatszalen van de betreffende parochies. Dat alles was natuurlijk een mooie tussenoplossing, maar door de spreiding van alle werkzaamheden verre van ideaal. In 1950 komen dan ook al de eerste signalen dat het Wit-Gele Kruis in Kaatsheuvel graag een eigen wijkgebouw zou hebben. De gemeente stond hier niet onwelwillend tegenover om hierover mee te denken. In 1951 komt het bericht dat Deken pastoor Van den Brekel een perceel van 600 m² grond aan de Mgr. Völkerstraat wil schenken aan het bestuur van het Wit-Gele Kruis in Kaatsheuvel om daar een wijkgebouw en een woongelegenheid voor drie verpleegsters te realiseren. Helaas vindt dit plan geen doorgang, maar de nood blijft. En op 14 mei 1954 zien we dan ook in de regionale krant de Echo van het Zuiden een advertentie van het bestuur van het Wit-Gele Kruis waarin een pand te koop of te huur wordt gevraagd waar het consultatiebureau en mogelijk ook personeel gehuisvest kan worden. De advertentie levert geen resultaat op. Januari 1955 komen dan ook de plannen voor nieuwbouw weer van stal, waarbij de omgeving van de huidige locatie voor het eerst in beeld komt. Ondertussen verhuist in 1956 het consultatiebureau naar de blokhut achter de Theresiaschool in de Gasthuisstraat. Het duurt echter nog tot 1959 tot de plannen vastere vorm krijgen. Maar wat schetst de verbazing. De Kaatsheuvelse architect Hub Prins krijgt opdracht naast een consultatiebureau met wijkverpleging ook een schoolinstructiebad met badhuis, conciërgewoning en verpleegsterswoning te ontwerpen. Hij maakt daartoe de eerste schetsen en werkt de plannen verder uit. Het plan wordt vervolgens ook ter goedkeuring aan het provinciaal bestuur van het Wit-Gele Kruis voorgelegd. In 1960 ontstaan er echter bij het gemeentebestuur twijfels of het badhuis nog wel in een behoefte voorziet en daardoor sneuvelt dat deel van het plan, net zoals de conciërgewoning en de woningen voor de verpleegsters. Uiteindelijk blijft alleen het consultatiebureau met wijkverpleging over. Over de verdere ontwikkelingen daarvan kom ik in de volgende editie terug.

Hopelijk dat u voortaan op uw wandeling of fietstocht aandacht besteed aan de kleine historische elementen die het verhaal van ons kerkdorp Kaatsheuvel levendig houden. Ze zijn in ieder geval de moeite waard om te bewaren. Iets waar heemkundekring De Ketsheuvel zich voor inzet. Word ook lid en meldt u aan via www.deketsheuvel.nl.

Kees Grootswagers, lid heemkundekring De Ketsheuvel