Al is in Kaatsheuvel dan wel veel monumentaals verdwenen, toch zijn er vaak nog kleine elementen over die herinneren aan de rijke historie van ons kerkdorp. Kleine monumentale elementen waar je misschien dagelijks wel voorbij loopt of fietst en in al die jaren nog nooit hebt opgemerkt, maar wel een stukje van de Kaatsheuvelse historie vertellen. De komende weken zullen we in De Duinkoerier aandacht besteden aan deze kleine historische elementen. Vandaag zijn dat Jugendstil elementen.

Wie door Kaatsheuvel loopt of rijdt komt onderweg als je goed kijkt een aantal Jugendstil elementen in het straatbeeld tegen. Jugendstil of Art Nouveau is een kunststroming uit de periode 1890-1914 die je niet snel met een schoenmakersdorp als Kaatsheuvel zou associëren. Doch door de internationale handel en de contacten die de fabrikanten hadden met het buitenland drong langzaamaan ook deze kunstvorm zich tot Kaatsheuvel door. Naast objecten van de kunstnijverheid, zoals interieurs en schilderijen, kwam deze nieuwe stijl rond 1896 ook in de Nederlandse architectuur tot bloei. Het kenmerkte zich door de asymmetrische, organische vorm en het soms dromerige karakter en de artistieke vrijheid. De golvende lijnen doen vaak denken aan waterplanten en waren een middel om emoties uit te drukken. In de architectuur werd dit zichtbaar gemaakt door decoratieve elementen, zoals lichtgekleurde baksteen en witte, rode, gele of oranje gladde verblendsteen (een holle, gladde, harde baksteen), zoals bij het pand Peperstraat 5, zandsteen of kalkzandsteen. Dit geheel werd afgewisseld met geglazuurde banden die de muur een kleurig aanzien gaven. Rond de raampartij werd er vaak een gedecoreerde boog aangebracht of een hoefijzerboog. Om het geheel verder af te werken werden ook geglazuurde dakpannen toegepast.

Naast het gebruik van gietijzer en smeedijzer voor balkonhekken en dergelijke bleef hout, zoals Oregon pine of het tropische hardhout teak, het geëigende materiaal voor raam- en deurkozijnen. Decoraties aan de buitenzijde van het gebouw komen vooral voor bij alle gevelelementen. Af en toe moet het oog er wel ver voor rijken, zoals bij het pand Peperstraat 24, waar bovenaan de beide kolossen links en rechts van het pand aan de bovenzijde twee sierlijke elementen zijn verwerkt, die enigszins doen denken aan een harp. Het pand is een ontwerp van de Tilburgse architect Jos Donders (1867-1960) en dateert uit 1910. Bij het pand Hoofdstraat 158, van de voormalige schoenfabriek ’Carina’, zien we bij de voordeur elementen van Jugendstil in de vorm van een cirkel met streep-decoratie.

Hopelijk dat u voortaan op uw wandeling of fietstocht aandacht besteed aan de kleine historische elementen die het verhaal van ons kerkdorp Kaatsheuvel levendig houden. Ze zijn in ieder geval de moeite waard om te bewaren. Iets waar heemkundekring De Ketsheuvel zich voor inzet. Word ook lid en meldt u aan via www.deketsheuvel.nl.

Kees Grootswagers, lid heemkundekring De Ketsheuvel