Hoe kun je in een wereld met zoveel haat tegen en van Israël staan voor de positie van Joden in ons land, nu, en in die vreselijke Tweede Wereldoorlog? En opkomen voor een plaats voor mensen, alle mensen, ongeacht geloof en politieke opvatting, in een wereld die schreeuwt van haat, maar smacht naar liefde? Ik kan alleen maar een klein verhaal vertellen. Mijn eigen verhaal.

Ooit was ik verliefd op een Joods meisje. Een kleine vakantieliefde. Op een zeilkamp in Lauwersoog. Dat zeilkamp zelf was geen succes. Ik had altijd natte sokken en windkracht 7 in een klein éénpersoons zeilbootje, dat ze een ‘optimistje’ noemden… Maar van Amber werd ik warm, nauwelijks nog maar een tiener. Het was voor mij de eerste keer dat ik een Joodse ontmoette. Ik had veel over Joden gehoord, maar hier voor mijn ogen gingen ze leven in een mens.

Ik leerde op de lagere school wat de Joden is overkomen in de Tweede Wereldoorlog. In mijn herinnering hebben we in nagenoeg elke klas wel een keer een werkstuk over de Tweede Wereldoorlog gemaakt. Maar vooral herinner ik me onze opa’s en oma’s die in de oorlog volwassen waren en in de klas kwamen vertellen wat ze mee hadden gemaakt. Vooral dát maakte indruk.

Daarom is de holocaust nooit voor mij een ‘ver van mijn bed show’ geworden. Het waren ónze Joden die dit is overkomen. En veel van ónze mensen maakten het mogelijk of keken weg, of stonden op tegen het onrecht. Die ervaring maakt dat ik nog steeds rillingen over mijn rug krijg en tranen in mijn ogen als ik bij een uitvoering van de Sound of Music grote vaandels met hakenkruizen naar beneden zie komen. Het kan weer gebeuren. Of het nu Joden treft of andere minderheden. Maar vooral Joden, die door de vele eeuwen heen steeds opnieuw met vervolging te maken kregen.

Van Joden heb ik geleerd wat ‘gedenken’ betekent. Gedenken is meer dan alleen herdenken en terugdenken aan de verschrikkingen van toen. Het is ook voelen wat het betekent voor nu en voor de toekomst. Het is niet voorbij. Het is nog steeds actueel.

Joden vierden vorige week Pesach. Op hun paasfeest gedenken ze de bevrijding van hun volk uit slavernij in een land van angst. Dat doen ze met een maaltijd waarin ze de bitterheid van de slavernij letterlijk proeven aan mierikswortel en aan een ander gerecht met appel het zoete van de bevrijding. Zo beleven ze nú wat slavernij én bevrijding betekent, om in de toekomst tegen onrecht op te staan dat onvrij maakt.

Gedenken is daarom niet vrijblijvend. Het geeft een opdracht, voor ons allemaal. Om op te staan tegen onrecht, maar ook om nooit mensen te vereenzelvigen met de politiek van welke staat of groep dan ook. We zijn allemaal mensen. We delen meer dan dat we van elkaar verschillen. Het zou helpen als we allemaal wat vaker verliefd op elkaar zouden worden.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Kaatsheuvel en de Efteling, Sprang-Capelle en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.