Ingeklemd tussen de agendapunten verlenging van de crisisopvang en het afscheid van de burgemeester, kwamen op de laatste raadsvergadering voor de zomervakantie (27 juni) ook nog de jaarrekening 2023 en de voornemens nieuw beleid (Kadernota 2025) aan de orde. Alle fracties kregen maar zeven minuten de tijd om een eigen boodschap uit te zenden. De nieuw aangetreden wethouder van financiën had enkel vier minuten reactietijd. In dit artikel beperken wij ons tot de jaarrekening. Volgende week gaan we in op de beleidsvoornemens 2025.

Jaarrekening 2023

Zo langzamerhand is een jaarrekening voor het gemiddeld raadslid een onding geworden. Financiële documenten worden steeds meer ‘technisch’ en lijken voorbehouden aan specialisten. Wat moet je immers als raadslid ervan vinden als je in 2022 instemt met de begroting voor 2023 van € 65 miljoen en dat blijkt na accountantscontrole in 2024 te zijn uitgedijd naar € 83 miljoen? Een vermeerdering van maar liefst 26%. Toch zou de raad als houder van de gemeentelijke portemonnee er baat bij moeten hebben dat er begrijpelijke afspraken worden gemaakt over het nu en het morgen. De jaarrekening geeft daarbij inzicht over het verleden. De meeste fracties lijken die interesse niet te hebben en wrijven zich in de handen en zijn blij met het resultaat van € 929.000,-. Zij realiseerden zich niet dat dit positieve resultaat voor een groot deel voortkomt uit onderuitputting (= niet uitvoeren van begrote activiteiten) en meevallers vanuit het Rijk. Zo spannend is dat niet.

Verantwoordelijkheden groeien niet mee

De ‘groei’ in baten en lasten brengt onder meer ook verzwaring van onze verantwoordelijkheden mee. Waarom? Simpelweg omdat het risico op financiële afbreuk in onze bedrijfsvoering groter wordt naarmate het financiële aandeel en belang van de gemeente groeit. Dat zien we nog niet terug in onze handelwijze. Onze aanpak van grote ruimtelijke en economische projecten is nog steeds ’werk in uitvoering’. Het strategisch denkvermogen ontbreekt door een tekort aan eigen mensen en in het opbouwen van deskundig uitvoerend capaciteit lijken wij niet te slagen. In grote projecten, zoals het operationaliseren van de economische visie en de bouw van een nieuw dorpshuis in Loon op Zand kunnen wij alleen voortgang maken door inhuur van externe deskundigen. Kennisopbouw vindt daardoor nauwelijks plaats. Hoe gaan we kennis van de externen en de kernfuncties verankeren? Op die vraag krijgt Toekomstig KLM continue geen antwoord.

Wel geld reserveren geen projectplan

Ten slotte gaan wij als raad gewoon door met partijpolitieke wensen te verzilveren. Het college heeft er alles aan gedaan om snel voor 27 juni een informatiebrief aan de raad voor te leggen om een deel van een reservepotje, te weten € 2,1 miljoen, welke niet meer benodigd is toe te wijzen aan een ander reservepotje. Volgens de spelregels dient zo’n bedrag terug te vloeien naar de ‘grote’ spaarpot (= algemene reserve) van de gemeente. Het gaat om een eventuele nieuwbouw van de basisschool De Vaert. Toekomstig KLM heeft daar samen met Gemeentebelangen voor gepleit om eerst een projectplan af te wachten van het college. Waarom? Omdat deze raad nu voldoende leergeld heeft betaald met dit college als het gaat om projectontwikkelingen. Bovendien is € 2,1 miljoen een behoorlijk willekeurig bedrag. Maar de aap kwam al snel uit de mouw. De coalitie ziet zwaar financieel weer op zich afkomen en begint nu dus al met het onttrekken van grote bedragen aan de vrije bestedingsruimte van de gemeente. Wanneer is het speelkwartier nu eens voorbij en besteden we onze bestuurlijke aandacht aan volledige projectvoorstellen?

Vragen?

Toch nog vragen? We zijn bereikbaar voor iedereen. We zijn te bereiken via info@toekomstigklm.nl. Bellen mag ook: 06-53296415. Je bent van harte welkom.

Namens de fractie Toekomstig KLM,

Marten Krikken, Maikel van der Velden & Arno Coomans