‘Alstublieft, een zakdoekje voor bij de voorstelling.’ Ik sloeg er niet echt acht op toen een leerling mij het overhandigde. Ik kreeg van een ander ook al een brilletje mee dat ik op moest zetten als de circusdirecteur het zou zeggen. Wie weet was er een act waar ze iets met water deden of zo? Maar tijdens de voorstelling snapte ik het. En ik had best die hele doos kunnen gebruiken. Het was ontroerend mooi.

Dochterlief zit op een school voor speciaal onderwijs, waar kinderen met en om al hun beperkingen heen proberen te leren. Dat is een uitdaging voor hen en hun geweldige leerkrachten. En het begint bij wat ze kunnen. Daarom was er een talentenweek georganiseerd. Op maandag stond er al een circuscrew klaar om met de kinderen kunstjes te bedenken die ze kunnen. De hele week hadden ze hun voorstelling voorbereid. Op vrijdagmiddag mochten de ouders komen kijken. Dochterlief was gespannen, maar ze vond het ook erg leuk. Ik zei haar dat ze vooral mocht genieten. Ze zou het goed gaan doen.

Vanaf de eerste klas die hun optreden kwamen doen stroomde de tranen over mijn wangen. Wat gebeurde er met me? Maar het was ook zo ontroerend om te zien hoe de kinderen trots het podium opkwamen. De één ondersteund door een leerkracht, de ander met een loopwagentje of rolstoel, en weer anderen huppelend of hun weg zoekend over het podium in hun speciale kleren en met hun attributen. Maar allemaal met een verwondering in hun blik. En hun blik gericht op wie er voor hen gekomen waren. ‘Heb je me gezien?’ riep een ouder meisje het publiek in na haar act met een grote lach op haar gezicht. Veel meer mensen dan haar ouders riepen: ‘Ja!’ en applaudisseerden nogmaals voor haar en haar klasgenootjes.

De circuscrew had er alles aan gedaan om de verbeeldingskracht van de kinderen de wekken. Een grote hoepel met kartonnen vlammetjes moest de kinderen met een leeuwenmasker uitdagen erdoorheen te springen op de mat. Maar ook een groot laken met een tableau vivant werd voor de oudere kinderen opgetuigd om het verhaal van de Lion King uit te beelden met handpoppen. En dochterlief? Die mocht jongleren. Dat was voor haar twee balletjes tegelijkertijd omhoog gooien en soms vangen. Ze deed het met een vriendinnetje. Aan haar gezichtje zag ik dat het was gelukt. Wat was ook ik opgelucht. Ze had het gedaan. En vooral: ervan genoten.

Dat was ook te zien aan de gezichtjes van de oudere meiden die een verdwijntruc lieten zien. Toen de act klaar was en ze applaus kregen straalden ze zielsgelukkig in verwondering met open mond. Hou het dan maar eens droog. Het brilletje hadden we nodig voor een act met zeven kinderen in rolstoelen die over een gespannen laken een bal vol met kleine lichtjes lieten ‘zweven’ in het donker onder mooie klassieke muziek. Wat ontzettend gaaf hoe ieder kind iets moois kon laten zien. Niemand was de beste, omdat ze allemaal iets deden wat ze konden. En zo was het goed, meer dan goed. Terwijl ik op zoek was naar nog een zakdoek.

"Ik had een droom", zei meester Peter aan het einde. "Ik wilde de kinderen iets laten tonen waar ze goed in zijn. Want ieder kind heeft een talent." Geweldig hoeveel liefde, tijd en aandacht hij en zijn collega’s hadden besteed om met de kinderen iets moois te maken. Waarin ieder kind zijn eigen rol had en niemand hoefde te strijden wie de beste was. Zo maakten ze iets wat hun eigen voorstellingsvermogen te boven ging. Iedereen in het publiek was ook blij. En dat is met alle zorgen die veel ouders hebben om en voor hun kinderen ook al heel ontroerend.

We mogen onze eigen talenten koesteren. En we hoeven niet te zijn wat we niet zijn en kunnen. Je vindt het onder de lat, die niet steeds hoger hoeft. Wees maar tevreden met wie je bent. Zo ben je goed genoeg.

Dominee Otto Grevink is predikant voor Kaatsheuvel en de Efteling, Sprang-Capelle en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.